Quantcast
Channel: From the Edge of the Deep Green Sea
Viewing all 928 articles
Browse latest View live

BMI: Body Mass Inversion

$
0
0
De vuile ramen, met recente adem aangeslagen,
woorden, soms een schreeuw, slaan te pletter op dubbele beglazing.
Ongewassen lakens en een sofa om op te slapen,
de geur van gevangenschap, van gekooid kweeklijf,
en complexen die de kamer nooit verlaten.
Je woont in een bijeen verzameld trauma,
een boze droom van enkele vierkante meters groot,
vele verdiepingen hoog. Achter het raam, voorbij de valse hoop
op een snelle verlossing, het panorama van een stad
waar je even geen deel meer van uitmaakt, je leven
uit dit mierennest geschrapt. En niemand die het merkt.

De honger naar verzadigde vetten en suikers
brandt in je keel, maakt je tong een droge leren lap dat verhard
in het lange wachten, een dagelijkse kick die er plots de brui aan gaf.
Marteltuigen om vet te verbranden, liters zweet
en de stank niet te harden, maar afslanken zul je,
afgesneden van de toevoer van frisdrank en vet,
gedaan met donuts en spek, weg met cola en drek,
Geen taartjes, geen fastfood, cold turkey in vastgoed.

En 's avonds worstel je met andere duivels,
Stockholmsyndroom, het pad naar verlossing,
gehandboeid aan haar perverse geest, gedwongen dieet,
doeltreffend maar wreed. Mindblow, ze is zo mooi.
Perfect getraind, je ziet jezelf over enige tijd,
jouw spiegelbeeld in een streeflijf, een Siamese tweeling
verwikkeld in een titanenstrijd, en hoe de rollen omgedraaid,
hoe haar kont de sofa zal dragen tot ze in jouw afdruk past.
Je hebt je doelgewicht bereikt, fastfood is verleden tijd,
maar voor haar start een soortgelijke proef.
Ze zal vreten tot ze zo dik als jij toen.

Naar Irvine Welsh' roman The Sex Lives Of Siamese Twins


Literaire tip: Eugénie Grandet

$
0
0
Mijn nieuwe literaire tip is een 19e-eeuwse klassieker, geschreven door een uiterst productieve schrijver, die haast niets anders deed dan zijn ambitieuze levenswerk Comédie Humaine vorm te geven, een indrukwekkende verzameling van romans en kortverhalen die de samenleving in het 19e-eeuwse Frankrijk illustreren. Honoré de Balzac is daarmee de onbetwiste meester van het Franse realisme. Een echte zwoeger, trouwens: er stromen bloed, zweet, tranen en liters koffie door zijn werk.
Uit de vele opties om te bespreken koos ik Eugénie Grandet, uit 1834, een van de romans uit het deel 'Scènes de la Vie de Province', want het speelt zich af in het pittoreske stadje Saumur, in de Loirevallei, en vervolgens de categorie 'Etudes des Moeurs'. Centraal staat Félix Grandet, een burgemeester op rust, en gierige pin eerste klas, voor wie het vergaren van rijkdom een doel op zich is geworden. De invloed van zijn winstbejag op zijn eigen leven en dat van zijn gezin doet sterk denken aan de humoristische stukken van Molière, waarin even karikaturale oude krenten hun eigen ondergang en dat van hun naasten componeren (denk aan Harpagon in L'Avare). Zo laat Félix zijn vrouw en dochter geloven dat ze helemaal niet rijk zijn, om zo zijn fortuin te beschermen, waardoor het gezin sober moet leven. Maar de inwoners van Saumur hebben iets in het snuitje en verschillende jonge mannen dingen naar de hand vandochter Eugénie, die zelf niets vermoedt.

Alles verandert wanneer Charles Grandet, het neefje van Félix, in Saumur arriveert. Charles' vader wil hem weg uit Parijs, opdat deze zelfmoord wil plegen na al zijn geld te verliezen. Wanneer Félix merkt dat Charles en Eugénie het goed met elkaar kunnen vinden, wil hij Charles zien vertrekken, met zo weinig mogelijk geld. Zijn vertrek valt Eugénie erg zwaar, want ze is smoorverliefd op hem geworden. Wanneer Félix verneemt dat Eugénie extra goud heeft meegegeven aan Charles, gaan de poppen aan het dansen. De explosieve situatie leidt tot verdriet, wanhoop en zware ontgoocheling, en uiteindelijk ook de ondergang van het gezin Grandet.

Balzac weet zoals steeds overtuigende personages neer te zetten. Niet alleen bij de karakterisering van Félix Grandet als onuitstaanbare vrek en Eugénie Grandet als naïeve en vrijgevige jongedame, maar ook bij de evolutie van Charles Grandet, is er duidelijk een literair genie aan het werk, die als weinig andere schrijvers weet hoe hij een fascinerend verhaal op poten moet zetten, met geloofwaardige en boeiende personages, en een plot en ontknoping die nog weinig met de illusie van romantiek te maken hebben, maar diep geworteld zit in bitter realisme, hoewel dus niet zonder een vleugje humor.

Mirror

$
0
0
Painting the streets with the colours I've earned.
There aren't many but that's okay.
Soaked them from dreams and nightmares,
spilling the blue and the grey.
Infusion of madness when I close my eyes.
I travel far and deep through space and time,
and in my mind there's no residue of sadness.
I wiped it away with a cloth drenched in life.
Awake there are different dimensions to face.
Reality is an old enemy, a fiend I am used to.

Yawn and sharpen my gaze,
look in the mirror and I look away,
still tired but I can't face the day.

Self-deception's a habit that I want to break.
Yet there's more to the ego than meets the I,

and there's plenty of use in the future
but there surely is no you in mine.

Foto: Broeihaard

Ballonnenvrees 3 maart 2017

$
0
0
Ballonnenvrees in Café AMI? Dan stroomt het café vol artiesten, dichters, muzikanten en een gretig publiek. Het zou weer een bijzondere editie worden.
Gastheer Gert Vanlerberghe opende met twee nieuwe teksten, waarna een poëtisch raspaard uit Brussel kwam aandraven. Luk Paard stond er weer imposant met zijn kaalgeschoren hoofd en zwarte zonnebril. Eén brok bombast en rock'n'roll en oneliners zoals 'Wees niet bang van het paard' en klassiekers als 'Brood en Spelen', een krachtig en repetitief eerbetoon aan zijn grote held Herman Brood. Gelukkig heeft Luk nooit naar de goede raad van zijn moeder geluisterd, want die luidde, "Ga niet in de rock'n'roll."
Birgit Exelmans is samen met drie andere podiumdichters ambassadeur van Naft Voor Woord. Ze haalde een jaar geleden de finale van deze wedstrijd en meteen werd duidelijk waarom. Haar prozatekst ging over de scheur in de sleur die een kermende man op de weg voor haar vormde. Het ingenieuze verhaal kreeg al gauw een sterk meta-kantje toen de horror van het verhaaltechnische probleem aan de kaak werd gesteld. Bijzonder knappe passage op het podium van Ballonnenvrees.
Remo Verdickt heeft niet alleen de coolste vader uit de poëziegeschiedenis, maar treedt wel eens op met zijn band Cold Open. Vanavond was het enkel hij en zijn gitaar. Zo opende hij met een dronkemanswalsje over Edgar Allen Poe, een song over de aanslagen van 22 maart die ons kippenvel bezorgde, en nog een Frans liedje. Voor zijn afsluiter 'Ozymandias', dat hij opdroeg aan Percy Bysshe Shelley, kwam Gert Vanlerberghe erbij, die zijn gelijknamige gedicht 'Ozymandias' ten berde bracht op het trage uithalen van Remo's gitaarriffs. Een eerbetoon aan Derrel Niemeijer, die er de vorige editie in Café AMI, enkele maanden geleden, nog bij was, maar kort daarna is overleden. Tijd voor een pauze om dit allemaal te verwerken.
Twee dagen eerder was het Complimentendag, en dat wilden we niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Twee kanjers uit het slammilieu kruisten de degens in een ware Complimentenbattle. Antwerpenaar Yannick Moyson en Gentenaar Martijn 'Bekvegter' Nelen hadden elkaar al eens eerder met complimentjes overladen, een paar maanden terug in Gent, en toen won Bekvegter, wat dus betekent dat Yannick de mooiste complimenten kreeg. Nu was het dus tijd voor een revanche, en in ware slamstijl vuurden beide heren een resem harde 'lines' en 'bars' op elkaar af dat onze oren ervan gingen ploppen. Bijzonder grappige verwijzingen naar elkaars thuisstad, fysionomie en succes in het leven volgden elkaar in sneltreintempo op. De stemming gebeurde door handopsteking, wat Marjan De Ridder zorgvuldig natelde, en zo won Martijn niet enkel zijn thuismatch van enkele maanden geleden, maar ook deze strijd in Antwerpen. Proficiat Martijn! En proficiat Yannick, met de ontvangen complimenten!
Verder met een relatieve nieuwkomer in het podiummilieu. Hanna Desmet wierp een ongemakkelijke vraag in het publiek, wat leidde tot best veel hilariteit en rumoer, maar met haar bloedmooie gedichten kreeg ze het café muisstil. Ze gingen namelijk door merg en been. Wauw. Ook Esohe Weyden bracht ons in vervoering. Deze jonge dichteres won onlangs nog brons op Violencia. Ze opende met een tekst over de kolonisatie van Kongo en hoe belangrijk het is om de geschiedenis te kennen. Andere teksten gingen over hoe gemakkelijk we scheldwoorden over de lippen krijgen. Haar slotgedicht, gestoeld op het Onze Vader, was doorspekt met krachtige metaforen en vormde een bijzonder vertederend relaas van een pijnlijk verhaal.
Marco Van Dyck was lang buiten strijd geweest na een zwaar motoraccident maar was weer helemaal terug. Zijn twee teksten, 'So Long, Marianne' en 'Het Avondlied', gingen over afscheid nemen. De pijn en het verdriet waren van zijn gezicht af te lezen toen deze man zijn blues met het publiek deelde. Het was bezwerend, intens, intiem. 'Het Avondlied' werd zelfs gezongen, op een manier die wat aan Brel deed denken. Na weer een pauze kregen we de twintigjarige Grazie op het podium, en het was ondertussen duidelijk: deze editie was die van het jonge vrouwelijke talent, een hele nieuwe generatie aan spraakmakende dichteressen. Haar Nederlandse en Engelse teksten gingen over illusies, de slopende effecten van drank en drugs, gebracht in haar karakteristieke raspende stem, met de levenservaring van een vrouw op leeftijd. Krachtig en emotioneel.
Dan was het tijd voor de open mic. Kristien Spooren trakteerde ons prachtige poëzie en wij onthouden vooral dat een beetje sterven balanceren is. Een andere Kristien had een lief gedichtje over een poes bij. Marjan De Ridder wordt steeds beter, deze keer met uitbundig gebrachte teksten over het haperen van je eigen spijt en het trainen van liefdesverdriet, met erg interessante metaforen. Tijd voor een plaats in het hoofdprogramma. Dat je maar vijf minuten kreeg was niet voor iedereen duidelijk, ondanks dat het verschillende keren werd aangekondigd. Het is dan ook wat gênant wanneer iemand dat niet alleen aan zijn laars lapt maar zich ook nog eens compleet belachelijk maakt door deze zeer democratische regel aan te vechten. Gelukkig was er na deze man, die niet nader wil worden genoemd, Elske Van Lonkhuizen, over de Nijmeegse Vierdaagse en nudisme. Gust Peeters had vandaag de Zin van de Dag te pakken in de wedstrijd van Creatief Schrijven. Hij opende hier zijn korte set mee, waarna een vertaling van 'Sound Of Silence' volgde. Nympha Cantryn was net terug van Erasmus en zong 'Fever'. Kevlar, van De Levende Lijken, spitte twee harde teksten over oorlog en een dakloze, en dat was verdomd impressionant. David Ngya won de Antwerpse editie van De Kunstbende. Hij moest het zonder zijn gitarist Adriaan doen, maar Marjan De Ridder en het hele publiek stonden hem bij met achtergrondzang en handengeklap. Wat een soulstem heeft deze jonge zanger!

Een mooie avond, met een café boordevol onstuimig talent. Dat is Ballonnenvrees, keer op keer. Op het einde van deze maand sluit Ballonnenvrees nog de Schrijfdag af van Creatief Schrijven en op 12 april vieren we vier jaar Ballonnenvrees in De Kleine Hedonist. Iedereen die gisteren in positieve zin aan deze avond hebben bijgedragen: MERCI!

Foto's: Gust Peeters

Zelfbediening

$
0
0
Enkele recente teksten die u wel eens op het podium heeft gehoord maar nog niet had gelezen. Bij deze. Over rusteloosheid en zo.

Aladdinges

Een geest komt uit de fles,
ik mag drie wensen doen. 
Hij heeft iets van een mens
maar met een apensmoel.

Haal mijn vader uit zijn coma.
Zet de oorlog op een stop.
Vind een partner voor mijn oma.
En rot nu maar lekker op.

Ik heb een baard. Die is langer dan een rode loper.
Noem me Taliban. Noem me struikrover.
Ik koester waar ik kan de tumor in mijn hoofd.
Het is mijn talisman, opdat ik niet ontspoor.

Je mag me plukken, elke dag, ik geef geen schatten prijs,
je hebt mijn koffers ingepakt, maar ik ben al op reis.
Woel in mijn aarde als een everzwijn.
Al wat van waarde zal er niet meer zijn.

Er is geen kaap die ik niet oversteeg
en als een aap roof ik je kamer leeg.
De decibels waarmee je hoop vastklampt
vallen in oren van een dove man.

Ik ben mijn eigen geest in mijn eigen fles.
Zelfbediening.
Zelfvoorziening.
Zelfontsiering.
Zelfvernieling.


Woelen

Zal slaap mij overmannen
wanneer de horla komt.
In de ergste gevallen
waarin mijn hart verstomt,

vindt vuur mij in een ritmestoornis,
een feest als bij leprozen,
visioenen van stromboli's,
een oorlog tussen rozen.

Gelijkheid gaat vervelen,
al na een week of vier.
Daar klinkt een schreeuw om meer bordelen,
verschaffers van plezier.

Een doekje voor het sproeien
wanneer de nood het hoogst.
Recessies om te bloeien,
vooruitgang weer gedoogd.

Ik neem vakantie om te stressen,
dat vind ik doodnormaal.
En na vijven en zessen
wordt niets doen mij fataal.

Ik wil de toverberg beklimmen,
mijn naam in het Sanskriet,
mijn bucketlist afwerken,
dat lukt me wellicht niet.

En gaan we bijna eten?
Ik wil de gelakte eend.
Kaviaar is niet te vreten
en stoofvlees mij vervreemd.

Grossieren in paniek,
hypochondrisch als de pest,
maar helemaal niet ziek,
de nacht kleurt oker in mijn bed.

Ik kan de toekomst niet voorspellen,
zit gevangen in een droom.
Bewustzijn laag per laag verveld
zoals een kaal geplukte boom.


Afdronk

zwart naar grijs naar wit
meeuwen scheren, schreeuwen
eksters op balkonbezoek
de wereld alle tijd nog
om te ontwaken
en ik om te gaan slapen

bijna thuis nu
het haar dylanesk grotesk
de laatste stofresten in
de neus-, keel-, oorwandelgangen
tintelend parfum in de baard
de geest wakker maar beneveld
beats blijven bonken
in mijn echokamer
sneller dan mijn h-a r-t s-l a-g
sneller dan mijn stap
en zijn dat de eerste
opstandige tanden
prelude op een salvo in de slaap
synchroon met het bonzen
bonzen bonzen bonzen

r.e.m. en pupillen die vernauwen
zout in de wonde, en wat met morgen
wat met de bagger in de aders
het b|r|e|i|n achter tralies
kaken krimpen, oren ploppen
kan de wereld even stoppen
beate glimlach ontward
in verwarring bij het waken
de pijn, de vieze smaak
en een dag bepaald door dralen,
valse voornemens, herbedrading en
de afdronk van vannacht in al haar smaken

Flavours of the month

$
0
0
Lots of things happening in music city. Several bands are back from the death: Slowdive, Ride, The Black Angels, Body Count. Huge bands and legendary singers such as Depeche Mode, Jamiroquai, Thurston Moore and Mark Lanegan have released new singles and albums. Others have joined forces and created a supergroup, like BNQT. At the same time there's lots of new talent to discover, such as the breakthrough of the remarkable Antwerp-based singer-songwriter Tamino. 30 songs to discover: enjoy.

  1. Depeche Mode - Where's the Revolution
  2. Tamino - Habibi
  3. Body Count - No Lives Matter
  4. Blanck - Silent Treatment
  5. Mark Lanegan - Nocturne
  6. Mew - 85 Videos
  7. Ride - Charm Assault
  8. Spoon - Can I Sit Next To You
  9. Dot Hacker - C Section
  10. Grandaddy - Evermore
  11. Mosa Wild - Smoke
  12. The Black Angels - Currency
  13. Thurston Moore - Cease Fire
  14. Spoon - Hot Thoughts
  15. Warhola - Jewels
  16. Fatima Yamaha - Araya
  17. Elefant - Mumbo Jumbo
  18. Amongster - Trust Yourself To the Water
  19. Warhaus - Machinery
  20. The Districts - Ordinary Day
  21. The Kills - Whirling Eye
  22. Slowdive - Star Roving
  23. Declan McKenna - The Kids Don't Wanna Come Home
  24. Jamiroquai - Automaton
  25. BNQT - Restart
  26. Equal Idiots - Put My Head In the Ground
  27. Hulder - At the Heart Of the Precipice
  28. Jens Lekman - What's That Perfume That You Wear
  29. St. Grandson - Growin' Older
  30. Gully Flowers - Sayonara Bae Bae

Ragusa Blues 2.0

$
0
0
In januari van dit jaar verscheen We Ploeteren Voort, het eerste album van Hersencellen. De openingstrack daarop heet 'Raguza Blues', een tekst die ik tijdens een dronken nacht in Dubrovnik schreef, en waarvoor Butsenzeller en Vincent Brijs muziek maakten. Wanneer je dan plots in het Italiaanse Ragusa verzeild geraakt, en net als in Kroatië door de nachtelijke straatjes zwerft, zou het zonde zijn om géén 'vervolg' of 'tegenhanger' te schrijven. Zo ontstond enkele dagen geleden 'Ragusa Blues 2.0', deze keer dus ineens met de juiste spelling, al blijft het nummer van Hersencellen voor altijd de charmante maar foutieve z met enige fierheid dragen!

De afdaling. Het afleggen van lagen en van zorgen. En Ibla steeds wat echter, haar koepels en paleizen beetje bij beetje onttrokken aan de baan van een droomwereld die ik nog moet verzinnen. Barok als een sluier over mijn besluiten. Dronken van al wat pompeus en pathetisch. Herrezen uit een aardbeving heeft deze stad de kracht van tweede kansen zitten oefenen, tot ze, volleerd, officieel de rang '2.0' mocht dragen. Van de kaart geveegd en toch sta ik hier, waar lavastromen wegblijven, want omgeleid naar zee. Dit dal, deze goeroe van lopen en vallen, ik leer er de kunst van volmaakter vallen, tot vallen ook dat niet meer is.

Al die vragen achter elke façade:

Waarom noemt men laatbarok niet gewoon barococo?
Welke draad dien ik te volgen en hou ik mijn zwaard al paraat?
Brachten de kolonisten niet alleen de naam maar ook de mirages met zich mee?
En vormt het pad van vervelde spijt geen eigen draad die leidt naar mij?
Ben ik het monster dat zich verstopt tussen palazzo's, zich vastklampt aan een hardnekkige gewoonte vermomd als nieuw begin?
Lek ik de barok van de muren, vind ik dan antwoorden die ik niet zocht?
Manifesteert de jazz zich nog het meest door te zwijgen? Koperen kaken opeen geklemd, muurvast.

Hier vind ik slechts wat oude stenen, en ook die zullen blijven zwijgen in hun wijsheid. Hier vind ik troost in wat ver weg ligt. Een schuilplaats met open deuren. Ik maak me klein als in een baarmoeder maar weet dat men meekijkt.

Laat me deze nacht. De ochtend breng raad en cappuccino. Of toch in elk geval cappuccino.

Sicilië, 5-12 maart 2017, deel 1

$
0
0
Sicilië, 5-12 maart 2017

Deel 1: Palermo vs. maffia

Tegen het einde van de winter roept het zuiden weer. En aangezien mijn laatste bezoek aan de laars alweer van 2014 dateert, is Sicilië een voor de hand liggende keuze. In de vroege avond arriveer ik in de luchthaven van Trapani, in het westen van het grootste eiland in de Middellandse Zee. Ik neem er de bus naar Palermo, hoofdstad van deze autonome regio, omwille van de problemen met de maffia ook wel het Chicago van het zuiden genoemd. Het pikdonkere rotslandschap langs de kust wordt beter verlicht naarmate we de stad bereiken. In een van de buitenwijken licht een grote steen fier op: NO MAFIA. Het klopt dat die ondertussen voor een groot deel is opgerold. Puik werk. Al zal een complete vernietiging van de Cosa Nostra nog niet voor morgen zijn.
Ik stap uit in een sjieke wijk met brede boulevards, dure winkels en grote palmbomen. Op Piazza Settimo staat het theater Politeama Garibaldi, een rond gebouw met twee zuilenverdiepingen met daarvoor een triomfboog. Ik slaap tegenover het Teatro Massimo op Piazza Verdi. Twee stenen leeuwen bewaken dit impressionante theater uit The Godfather III. Er klinkt livemuziek uit de wirwar van straatjes aan de Chiesa San Ignazio all' Olivella. Sommige van de karakteristieke steegjes zijn zo smal dat de typische balkonnetjes elkaar net niet raken. De sfeer is uitgelaten en op en top Italiaans. De echte pizza's, ik heb ze gemist. Zowel honden als straatverkopers komen aan mijn tafeltje bedelen en leuren. En de kok lijkt onwaarschijnlijk hard op Popeye en roept onophoudelijk met de stem van Joe Pesci. Jep, dit moet Sicilië zijn.
Na een goede nachtrust verlaat ik deze wijk vol mooie barokke kerken en met graffiti bekladde huisjes, volg de verkeersader Via Roma en aanschouw de Quattro Canti, vier panden met fonteinen op elke hoek van een druk kruispunt dat vroeger de stad in vier wijken verdeelde. Elke fontein is de allegorie van een Siciliaanse rivier en is versierd met vele zuilen en beelden. De grote fontein op het Piazza Pretoria ernaast is bijzonder knap. Het monument bestaat uit vele tientallen grote beelden van vreemde naakte figuren, en verschillende dierenkoppen (leeuw, olifant, kameel, hond, neushoorn, hert...), en werd in de 16e eeuw de Fontein van de Schaamte genoemd. De omringende kloosters en paleizen maken dit plein zo pittoresk als het maar kan zijn. Op het balkon van het stadhuis, onder de vlaggen, hangt een spandoek dat de succesvolle strijd tegen de maffia benadrukt.
Het interieur van het Dominicaanse klooster op Piazza Bellini is bijzonder decoratief: schitterende fresco's, roze marmeren pilaren, een feest van barok en rococo! De 12e-eeuwse orthodoxe kerk La Martorana doet wat oosters aan met haar mooie campanile. De gouden Byzantijnse mozaïeken zijn de oudste in Sicilië. Een palmboom scheidt de kerk van de San Cataldo, in dezelfde eeuw gebouwd. Deze kerk komt wat grappig over met haar roze koepels en is vooral bijzonder omwille van haar zowel Arabische als Normandische invloeden. Iets verderop zit het Palazzo Gangi, vooral bekend van Visonti's film Il Gattopardi. In de Via Maqueda vind je nog Casa Professa, met een knappe klokkentoren, en Palazzo Comitini, waar de provincieraad zit. Een gids geeft me een bliksemsnelle maar vriendelijke rondleiding in de erg mooie vertrekken. Er is namelijk een seminarie aan de gang en die willen we niet storen.
De temperatuur klimt stevig de hoogte in wanneer ik de gezellige binnenplaats van de oude universiteit bezoek, waar studenten net als ik even komen uitblazen. Ook het interieur van de barokke Chiesa di San Giuseppe dei Teatini, aan de Quattro Canti, is verbluffend! Stap eens binnen, zeker als je tolerantie voor barokke overdaad even hoog ligt als de mijne. Overdaad schaadt nooit in Italiaanse godshuizen. Verder in de wandelstraat Via Vittorio Emanuele zit de Arabisch-Normandische kathedraal, een prachtige constructie van koepels en torentjes in een zonovergoten palmentuin. Het schitterende portaal leidt naar een sober interieur, dat het schrijn van Rosalie herbergt. Door de kathedraal loopt een met sterrenbeelden versierde meridiaan. Wie van palmbomen en cactussen houdt moet naar Villa Bonanno, een oase van rust, op het krijsen van de parkieten na. Erachter de erg mooie Porta Nuova, speciaal voor Keizer Karel gebouwd, en het Noormannenpaleis, waar nu het parlement zit. De stadspoort wordt aan de buitenkant 'gedragen' door de ontblootte torso's van vier stoere stenen mannen, en is versierd met pompeuze maskers.
In de wijk voorbij de schattige San Giovanni degli Eremiti, met de roze koepeltjes, ligt het afval overvloedig verspreid over de straten en de pleinen: oude kledij, matrassen en andere rotzooi liggen er op bijna elke vierkante meter. De graffiti is hier vrij artistiek en geïnspireerd, in tegenstelling tot de vele lelijke leuzen op zowat alle gebouwen in de stad. Een authentieke wijk waar het verzet leeft. Ik verdwaal in het mierennest van steegjes, prachtige koepelkerken en marktjes, en vind mijn weg terug in de Via Maqueda. Hier volg ik de Via Divisi naar de havenbuurt, maar eerst een straffe espresso op een terrasje aan het charmante Piazza della Rivoluzione, midden in de genadeloze zon, naast het beroemde standbeeld van il genio di Palermo. Ongelooflijk dat veel Palermitanen bij deze hitte winterjassen en truien dragen. De wijk telt vele kerken en paleizen, en centraal ligt de uitgestrekte Piazza Marina, met de Giardino Garibaldi, een rustige tuin met eeuwenoude bomen met dikke wortels die als anaconda's over de grond kruipen, en een vlechtwerk van lianen dat een tropische jungle jaloers zou maken. Oh de barokke wonderen van de natuur! Je hebt niet elke middag lunch met zicht op zulke kolossen. De vissershaven La Cala wordt door de pier Molo Sud wat afgebakend van de rest van de haven van Palermo, aan de Tyrreense Zee. Hier staat ook de Porta Felice, de oostelijke tegenhanger van de Porta Nuova, die door een kaarsrechte as van meer dan een kilometer lang zijn verbonden. Ze staan oog in oog met elkaar.
Centraal in de wijk Kassara ligt de Piazza della Kalso, met een barokke kerk en een stadspoort, waar in de doorgang een beschutte slaapplek werd geïmproviseerd door iemand die het minder goed heeft dan wij. Aan de zeekant van deze Porta dei Greci staat een sierlijke carnavalswagen geparkeerd. Door bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog geraakte de Santa Maria della Spasimo haar dak kwijt. Ik loop alleen rond in deze 16e-eeuwse kerkruïne met onbedoelde directe verbinding tot God. In de zeventig jaren die zijn verstreken vond een boom de tijd om tot boven het verwijderde dak uit te groeien. Het beste zicht heb ik in de tuin. Niet overtuigd van hoe cool deze plek is? Er is een jazzschool gevestigd.
Op de Piazza San Domenica bekampen drie vastgebonden honden elkaar. De gelijknamige barokke kerk zorgt samen met de zuil en enkele palmbomen voor een aangenaam zicht, een prentkaart waardig. Hier slaat de slapstick toe. Ik moet een vlek veroorzaakt door meeuwenstront afkuisen zonder dat mijn plots bloedende hand (het is wat vroeg op de avond voor stigmata?) mijn witte t-shirt besmeurt. Ongetwijfeld een komisch zicht. De Mercato Vucciria begint hier, de oudste van Palermo. Enkele oude mannen kaarten op straat. Een agressieve hond jaagt me weg. Ook deze wijk wemelt van de kerken. Honderden figuren bevolken de witte muren van het Oratorio di San Cita, van de spelende engeltjes tot sleutelmomenten uit het leven van Jezus. Voor wie niet genoeg kan krijgen van de barok, is Serpotta het neusje van de zalm. Meer meesterlijke Serpotta in het nabijgelegen Oratorio del Rosaria di San Domenico. Een warm interieur vol werken van Italiaanse en Vlaamse barokke schilders, waaronder onze eigen Antoon Van Dyck, die als thema koos voor de heilige Rosarie en de pest. Het labyrint van steegjes ten noorden van de Duomo zou aangenaam slenteren zijn, mochten auto's en brommers er niet als gekken doorrijden. Ik bots op tegen het strenge justitiepaleis, symbool van de strijd tegen de maffia, net als de hele plaza eromheen. De strijd was lang en gevaarlijk, maar de arrestaties van de meest belangrijke maffiabazen tien jaar geleden betekende een mijlpaal die weer hoop toeliet in de harten van de Sicilianen.
Wat hou ik van de bars in Italië. Goedkope en oerdegelijke koffie. Voor écht goede koffie in België moet je al naar zo'n duur koffiehuis voor hipsters. Hun Italiaanse tegenhangers zijn identiek in hun authenticiteit, maar van elk bezoek geniet ik met volle teugen. Alsof ik hier meer thuishoor dan in een Vlaamse bruine kroeg. Op mijn favoriete pleintje, de Piazza della Rivoluzione, is een muziekbar waar de muren volhangen met muziekinstrumenten, oude radio's en televisietoestellen, foto's van Hendrix en Presley. Zelfs de tapkraan is een saxofoon. Ik beland nog in een Vespacafé, en daarna geraak ik verzeild tussen de vele genodigden voor een avondje theater. Dronken staar ik naar de verbluffende Teatro Massimo en ik zie Al Pacino en hoor zijn stemloze kreet, die me verscheurt.
De sirocco blaast en raast wanneer ik een vroege trein naar het zuiden van het eiland neem. Eerst rijden we langs de Tyrreense Zee en haar grillige rotsen, vervolgens het groene binnenland in, zuidwaarts richting Middellandse Zee en het toeristische stadje Agrigento. Het Dal van de Tempels is een prachtig complex van Griekse tempels op rust, in Dorische stijl. Sommige tempels dateren van de 6e eeuw voor Christus. De tempel van de Eendracht heeft de tand des tijds het best doorstaan. Wat een sublieme getuige van bijna drie millennia geschiedenis! Het mooiste zicht over de zee en de stad heb ik aan de majestueuze tempel van Hera, godin van het huwelijk en de vruchtbaarheid. Ook de paleochristelijke catacomben uitgeholde rotsen zijn de moeite. Een vriendelijk koppel rijdt me terug naar Agrigento en de stijlbreuk die haar flatgebouwen vormen. Het historische centrum is wél gezellig, met zijn vele trapjes, pleintjes en gele huizen. Het is erg leuk om op de kleurrijke trapjes van de Via delle Arti te lopen. Een aangename wandeling door het oude Girgenti, tot de wind een paar tandjes bijsteekt en de op zich al stevige klim naar de massieve toren van de Duomo bemoeilijkt.
Ik neem een bus naar het oosten van het eiland. Van noordwest naar zuid naar oost op één dag, da's niet slecht. Deze streek waar keizer Etna regeert, is het Mekka voor de liefhebber van de barok. Het ligt aan de Ionische Zee, en daarmee heb ik ook meteen de drie zeeën op één dag gehad. Catania wordt het Siciliaanse Athene genoemd. De stad werd verscheidene keren verwoest door de grillen van de hoogste vulkaan van Europa, maar is steeds als een feniks uit de lava herrezen. Na een desastreuze aardbeving in 1693 kreeg Vaccarini de opdracht om de stad opnieuw vorm te geven. Na een lange busrit doorheen de met ruïnes bezaaide heuvels en het extraatje van een regenboog, aanschouw ik de beroemde vulkaan, die vorige week nog het wereldnieuws haalde, en nu rustig zijn grijze dampen ligt te blazen.
Het vervolg komt gauw!

Sicilië, 5-12 maart 2017, deel 2

$
0
0
Sicilië, 5-12 maart 2017

Deel 2: Hellemond


De Etna had ik al eens gezien, vele jaren geleden, vanuit een vliegtuigraampje, onderweg van Malta naar huis. Een etterende puist op een groen eiland. De grote bevroren ijsmuil zweeg op dat moment, maar de laatste maanden is dit onberekenbare gevaarte van 3350 meter hoog weer zeer actief.
In de barokke kathedraal van Catania is net een mis begonnen. Respectvol kousenvoet ik langs de kunstwerken van deze Duomo. De jong gestorven musicus Bellini ligt hier te rusten. De Piazza del Duomo is een aangenaam plein dat heel wat heeft te bieden. Naast de met witte beelden en grote koepel versierde Duomo zijn er het stadhuis, een 18e-eeuws seminarie en, centraal op het plein, U Liotru, een fontein met olifant en obelisk, die sterk aan die van Bernini in Rome doet denken, maar die van de hand is van Vaccarini. Hier begint de winkelstraat Via Etnea, die helemaal tot aan de vulkaan loopt en waarvan de stenen uit de lava werden gehaald. Op het charmante Piazza Bellini staan het Teatro Massimo Bellini, een waar pronkstuk van de architectuur dat niets aan muzikale waardigheid uitstraalt, met zijn vele beelden, maskers en andere versieringen: een eerbetoon van Sada aan de componist van Norma. De Via Croceferi baad met haar barokke kerken in een sereen licht. Het heeft ook iets lugubers. Vlakbij geraak ik verzeild in een gezellige communistische bar die wel érg hard dweept met Che en Castro. Het Manifest hangt er aan de muur en ik aan de toog, waar een Milanese man en zijn Siciliaanse nicht Litouwse wodka hijsen. De barman schenkt me rum uit Paraguay. In het Frans praten we honderduit over de beroerde Europese politiek en de opmars van het populisme.
Ook de volgende morgen kuier ik door de stad, die nog heel wat heeft te bieden. Zo is er de vismarkt, met haar grote hoeveelheid aan vissoorten en haar penetrante geuren. Pronkstuk is de afgehouwen kop van een zwaardvis. Het Castello Ursino, iets verderop, is een massief middeleeuws fort uit de 13e eeuw. Verder het aardige Piazza Mazzini, met arcaden, Bellini's geboortehuis en de overblijfselen van een enorm Romeins theater, vervallen en overwoekerd. De regen maakt het zicht op de ruïne extra troosteloos. Een leerrijke wandeling langs de brokstukken en de cavea van een op een lavastroom gebouwd theater en een uit lavasteen opgetrokken odeon, dat diende voor muziek- en poëzieconcerten.
Een trein voert me zuidwaarts langs de kustlijn van de Ionische Zee, terwijl de in rook gehulde vulkaan steeds kleiner wordt aan de horizon. Ik bereik de stad Syracuse, met haar toeristische eiland Ortigia. De beroemde uitvinder Archimedes werd hier door Romeinse troepen gedood. Meteen wanneer ik de brug naar het eiland oversteek, vind ik op een aangename piazza de schaarse overblijfselen van de Dorische Apollotempel, uit de 6e eeuw v. Chr. Ernaast is het prettig kuieren in de straatjes van de Mercato. Een feest van smaken, geuren en kleuren. Ortigia biedt schattige straatjes met mooie huizen en decoratieve balkons, piazza's en palazzo's, een lange wandeling - wat zeg ik? een omweg - meer dan waard. Erg knap zijn de vele gebeeldhouwde hoofden en dieren op de gevel van het Palazzo Impellizzeri. Centraal op Ortigia ligt Piazza Archimede, omringd met fiere palazzo's, met in het midden een sierlijke fontein met mythologische figuren. Bloten borsten en steigerende paarden, u kent het ondertussen wel.
De Via Roma leidt naar de kathedraal, die net als die van Palermo uit heel wat stijlen bestaat, met een wat pompeuze gevel en een interieur dat waardigheid uitstraalt, evenwichtig in de diversiteit van zijn invloeden, al komen de dikke stenen zuilen wat ongewoon over. De preekstoel met marmeren pilaren en de beschilderde cassetten zijn meer dan bezienswaardig. Wat verder op het plein zit de Chiesa Santa Lucia, met achter het altaar Caravaggio's beroemde schilderij De Begrafenis van Sint-Lucia. De afwezigheid van figuren op het grootste deel van dit sombere doek is opmerkelijk. De grote bruine leegte vult ons met het immense verdriet dat de aanwezigen moeten voelen. Op een pittoreske piazza geniet ik van een zwaardvispasta, waarna ik mijn tocht verder zet. Op zo'n klein eiland is het een kwestie van tijd voor je de zee weer bereikt. Heel speciaal is de zoetwatervijver Fonte Aretusa, op twee meter van de zee, inclusief papyrus, eenden en zoetwatervissen, een biotoop op zich! Helemaal in de zuidelijke punt van Ortigia ligt het Castello di Maniace, uit de 13e eeuw, met vier elegante hoektorens, dapper in menige strijd tegen elk leger dat de Ionische Zee wist uit te braken. Wat een prettig, haast hypnotiserend zicht op de golven die de rotsen aantikken. Wanneer ik Ortigia verlaat, bewonder ik het knappe beeld van Archimedes. 'Eureka', staat er aan zijn voeten te lezen, evenals symbolen van zijn vele uitvindingen en berekeningen, waaronder pi.
Echt charmant kan ik Neapolis niet noemen maar contrast moet er zijn. De gigantische betonnen wigwam Madonna delle Lacrime kijkt uit over de hele stad en helaas betekent dit dat je dit spuuglelijke heiligdom in zowat heel Syracuse kunt zien. Toch ga ik even binnen kijken. Een niet oninteressante kerkstructuur in deze vrome veelhoek, maar toch nog weinig gedurfd. Ik bezoek de San Giovanni catacomben, uitgestrekt achter de ruïne van een lugubere spierwitte Byzantijns-Normandische basiliek. Een gids leidt ons rond tussen de 4e- en 5e-eeuwse grafkamers, met als hoogtepunt de Rotonda di Adefia. Er zijn zo'n 10.000 graven in totaal! De Byzantijnse fresco's in de crypte van San Marziano onder de basiliekruïne zijn magnifiek! Sommige van deze vroegchristelijke fresco's werden pas vorig jaar ontdekt, ongelooflijk maar waar. Op de Piazza Santa Lucia vangt de gelijknamige basiliek het laatste zonlicht op. De maagd van Syracuse werd op deze plek gemarteld. Onder een gulden gloed, een explosie van oranje, dan roze, steek ik de brug over en verdwijn in het doolhof van Ortigia's prettig verlichte straatjes en doodlopende steegjes, een betoverende avondwandeling die zelfs de regen niet kan vergallen.
De voornaamste archeologische monumenten van Syracuse liggen in een prachtige omgeving: een antieke steengroeve die de natuur weer tot zich heeft genomen. Ik bezoek het park vroeg in de ochtend en kijk hoe ijverig er wordt gewerkt voor het behoud van een van de grootste theaters van de Griekse wereld, met een diameter van 138 m. Beroemde theaterschrijvers kwamen hier hun stukken bekijken. Indrukwekkende ruïne van een belangrijk cultureel monument uit de oudheid! Een van de steengroeven wordt het oor van Dionysius genoemd. Ik wandel de gigantische oorschelp binnen, en speel met de verbazingwekkende akoestiek. Ook het gefladder en geroezemoes van de duiven galmen na. Een niet zo alledaagse ervaring. Het Romeinse amfitheater is een van de grootste van Italië en is bijna even impressionant als zijn oudere Griekse collega.Ik verlaat deze zonnige stad van Archimedes en reis verder naar het zuiden. De Etna hangt als een smeltende bol vanille-ijs boven de heuvels van Syracuse.
Het laatbarokke Noto heeft tientallen kerken, kloosters en paleizen te bieden, allemaal in dezelfde lichte kleuren, allemaal van de architecten Sinatra, Gagliardi en Labisi, die de taak kregen de stad herop te bouwen na de aardbeving van 1693. Een monumentale trap leidt naar de Cattedrale San Nicolo. Zwaluwen vliegen af en aan hun nestjes in de versierde voorgevel. Een pronkstuk is het Palazzo Nicolaci di Villadorato, van Gagliardi, met zijn zes met leeuwen, sirenen en gevleugelde paarden versierde balkons. Het gezellige Piazza XVI Maggio biedt een mooi tuintje en dito theater. Ik gooi me er neer op een bankje in de zon, om te bekomen van een val waarbij ik mijn voet heb omgeslagen. De fontein is nog van het verwoeste Noto Antica. Ik blijf enkele uren langer dan gepland, omdat ik pas in de late namiddag een bus heb. Noto lijkt verlaten tijdens il pisolino, wanneer grote groepen schoolkinderen zijn verdwenen.
In de Notovallei zijn heel wat barokke steden te bezichten, maar je moet kiezen. Toen de Byzantijnse kolonisten arriveerden, vernoemden ze hun eindbestemming naar de naam die het huidige Dubrovnik toen had: Ragusa. En aangezien 'Raguza Blues' een nummer is dat we met Hersencellen hebben gemaakt, is het niet slecht om hier ook eens te komen. De bus rijdt eerst door Modica, nog zo'n stadje uit de late barok, en ik zie heel wat van de voormalige rivierbedding Corso Umberto, in Modica Bassa. Wanneer de bus de stad verlaat, heb ik een erg mooi zicht op Modica Alta, bovenop een van de vele beboste heuvels. Maar dat is niets vergeleken bij het adembenemende uitzicht over de met huizen en kerken beladen heuvens die samen Ragusa vormen.Gagliardi's kerk steekt er met koepel en schouders bovenuit. Werkelijk een sublieme verwelkoming. Aan de Via Roma staat een van Gagliardi's meesterwerken: de Cattedrale di San Giovanni Battista, met groen geschubde koepel, massieve façade en klokkentoren en mooi versierd interieur. De hele wijk rond de Duomo is prettig bij valavond. Aan de Chiesa di Santa Maria delle Scale heb ik een indrukwekkend zicht op het sprookjesachtige verlichte Ragusa Ibla.
Het is een hele afdaling, via vele trappen, maar zo de moeite waard. Ik begeef me in dit nachtelijk doolhof, waarover de omnipresente koepel van de Chiesa di San Giorgio welwillend waakt. De sierlijke façade wordt voorafgegaan door een smeedijzeren hek en een monumentale trap. Onder de paleizen is het Palazzo La Rocca het meest interessant, met zijn typische balkonnen. Ragusa Ibla bekoort, en nog geen klein beetje. Ik vind een vrij luxueus zalmroze hotel in het hartje van de benedenstad en vraag me nog steeds af hoe het komt dat de prijs zo laag is, zelfs voor het laagseizoen. Heerlijk. Nachtelijk Ibla is een decor waarin ik kan verdwalen tot ik erbij neerval. Mijn bed is altijd in de buurt.
Na een vorstelijk ontbijt wandel ik helemaal terug naar het busstation. Ik doe er een uur over met snelle pas en haal net de reisbus naar Catania. Ragusa Ibla is ook overdag een echte aanrader. Niet overslaan wanneer je Sicilië bezoekt dus! Wat een heerlijke streek, de lente gehurkt in groene heuvels bezaaid met oude villa's en ruïnes, de sneeuwmuts van de vulkaan als ons kompas. Als de Etna al slaapt, dan is het met één oog open. Geen rookpluimen deze ochtend. Catania leeft, veel meer dan enkele dagen geleden. Van op mijn terrasje aan het Piazza dell' Universita klinken zowel een accordeon als het scanderen van een vakbondsbetoging me als muziek in de oren.
Tijd voor de Etna Tour. Een toeristenbus brengt ons naar de werkplaats van Vulcanus, met enkele interessante haltes onderweg, zoals het centrale plein van Nicolosi, een stadje aan de Monti Rossi, kraters die tijdens de grote uitbarsting van 1669 zijn gevormd. Er is veel landbouw op de flanken van de vulkaan, want de grond is hier heel vruchtbaar, maar grote stukken bos zijn ook in een woestenij van lavasteen veranderd, met steeds meer sneeuw hoe hoger we klimmen. Het huis dat in 1983 tot aan het dak in de lavastroom verdween, is aandoenlijk. Het surrealistische landschap van ondergesneeuwde lavastromen doet me wat aan IJsland denken. Het is ronddolen in een gigantische pot stracciatelli-ijs, op 2 km hoogte. Wat een panorama's, wat een kleuren. Af en toe zijn er oprispingen. Dan boert de vulkaan dikke witte rook.

Ik wandel de kleinere van de Crateri Silvestri rond en kijk uit over de Ionische Zee, de vele jonge bergjes op de zuidwant, en enkele schaarse stukken bos die aan de lava zijn ontsnapt. Daarna beklim ik de veel hogere krater ernaast en word voortdurend net niet van mijn sokken geblazen, terwijl de helling onder mijn voeten blijft afbrokkelen. Wanneer ik me via een lavastroom uit 2001 naar de volgende kraters begeef, zak ik verschillende keren weg in de verraderlijke sneeuw. Tot twee maal toe eet de sneeuw mijn been op tot aan de knie. Op de terugweg blaast de wind me steeds verder de helling af, stoppen lukt gewoon niet. Uitgeput en blij dat ik mijn zere enkel niet nog eens heb omgeslagen, gooi ik me neer aan een tafeltje op een terras van Rifugio Sapienza. Klaxons en Radiohead op de radio brengen de toeristen goede muziek bij. Terug in Catania beland ik in een bar die midden in een lavastroom is gebouwd. Ernaast de compleet verwoeste restanten van een gebouw. Ontwaken in Ibla lijkt een eeuwigheid geleden. Slaap ze, Etna. Nu ja... Dat doe je toch niet. Enkele dagen later zal je tien bezoekers verwonden, die maar op het nippertjekunnen ontsnappen.

Op mijn voorlaatste dag voert een trein me weer naar Palermo, voorbij Enna, de navel van Sicilië, hoop op een heuvel in het binnenland. In Palermo bezoek ik het Noormannenpaleis, een architecturaal meesterwerk van groot historisch belang. Zowel de Arabieren als de Noormannen hebben hun stempel op het paleis gedrukt. De mengeling van oosterse en westerse decoraties in de Capella Palatina is werkelijk verbluffend: magnifieke Byzantijnse mozaïeken van bijbelse taferelen, islamitische muqarnas met haast psychedelische patronnen, en overal die onweerstaanbare gouden gloed. In de zaal van Hercules (zijn twaalf werken zijn afgebeeld op de muren) zetelt het Siciliaanse parlement. Een zaal die weet te bekoren. Dan zijn er de neoklassieke koninklijke salons, die pronken met hun lusters, Chinese vazen, schilderijen, maar ook schitterende seculiere mozaïeken in de Torre Joaria/Sala dei Venti. Erg levendig en weelderig is de blauwe Sala Pompeiana, geschilderd door Giuseppe Patania. Er ontbrak nog iets aan mijn reis door Sicilië, en nu weet ik dus wat.

Na een cappuccino op het Piazza Bologni, naast het standbeeld van de arrogant ogende Keizer Karel, loop ik via bruisende boulevards (druk want een zonnige zaterdag) naar een park in het noorden van de stad. Daarna lever ik me over aan de barokke pracht van de Chiesa San Ignazio all' Olivella en onderneem ik een laatste wandeling door het historische centrum, dat nooit verveelt. Ik slaap op een paar meter van de Quattro Canti, praktisch onder de felgroene koepel van de Chiesa di San Giuseppe dei Teatini. Na het ontbijt zet ik de deur op een kier om tijdens de mis nog eens van het barokke interieur te kunnen smullen. Net als mijn mini-cornetto crema is dat er eentje om mee te nemen, of om het af te leren. Wat barokke kunst betreft, kom ik wel even toe. Wanneer mijn vliegtuig opstijgt, zie ik Trapani, 'de sikkel', schitteren in het zonlicht, daarachter de vele heuvels van het eiland, met in de verste verte de rokende Etna, en heel wat onuitwisbare herinneringen aan dit groene eiland vol schatten.

Foto's volgen nog.

Turkey - Holland: 0 - 0

$
0
0
En God dan?
Engoddan
Engodan
Endogan
Endeldan
Endeldarm
Engelsman
Edelman
Edosdan
Erdosgan
Erdogan
Merdogan
Medogan
Mededan
Mededagen
Mededogen?



Nazi's realisme: het regent stront in het Westen.
Wolven verruilen schapenvacht voor lange jas,
steken niets nog onder stoelen of banken,
het minst van al hun lak aan camouflage,
want leugens vergen moeite, leugens zijn passé:


"Kijk wat een grote dikke lul ik heb (ben?),
ik steek hem recht in jullie om sensatie en
beloften bedelende pijpmondjes na eerst
het nauwe hol van de grondwet kapot te neuken,
met lange, forse stoten, want het genot zit 'm
in de pauze, waarin een nauwelijks hoorbare
doodsreutel me als marsmuziek in de oren klinkt.
Of de Walkuren. Muziek die geen suggestie meer,
maar een luidkeelse bevestiging is van succes,
een langgerekte overwinningskreet, de arm gestrekt,
niet om te groeten, maar om te wuiven naar al die
gepakte en gezakte vreemdelingen die weldra dit land
van melk en honing zullen mogen verlaten,
en route naar de lek geschoten kartonnen doos
die voor hun vaderland moet doorgaan
en die ze in een vlaag van redelijkheid,
die hun levensgevaarlijke maar bewonderenswaardige
trouw aan staat en gezin tijdelijk wegspoelde,
en hen in een plastieken sloep katapulteerde,
hadden verlaten, hun woord voor 'veilig' op de lippen
en euro- of dollartekens in de ogen.


"Wel, de tiet is leeg en de melk is op en
de bang blanke man is het zat. U bent het zat.
Daarom scandeer ik met u: minder minder minder
profiteurs met een kleur, meer spierballen, minder zeuren,
minder kunst en minder pers, en de sossen hebben pech,
meer politie, minder vrijheid, vul mijn zakken, trek wat lijnen,
bouw een muur en koop meer wapens, hou de Polen in de gaten,
verklik een vriend, verbrand een boek, wees een burger zoals het moet."

Ballonnenvrees 25 maart 2017

$
0
0
Dit jaar vond de Schrijfdag, al jaar en dag georganiseerd door Creatief Schrijven, plaats in Antwerpen, en meer bepaald Het Eilandje. Een hele dag konden beginnende schrijvers deelnemen aan workshops, lezingen en meet & greets met bekende schrijvers. Met Ballonnenvrees hadden we de eer om deze geslaagde dag af te sluiten in het restaurant van het Felix Pakhuis, dat voor één avond een heus literair salon werd, al waren laudanum en absint nergens te bespeuren.
Gastheer Gert Vanlerberghe trok de avond op gang met onder mee een tekst over nachtelijk Ragusa, een stadje in Sicilië, waarna Hanna Desmet het publiek wat ongemakkelijk op hun stoel deed schuifelen met haar openingsvraag. Met haar 'Scheeplied' - een gedicht, geen lied - wilde ze een oud bijgeloof bevestigen: size does matter. Net als op de vorige editie was vooral haar laatste tekst, over zonlicht en eenzaamheid, bijzonder aangrijpend. Daan Janssens stond vorig jaar verschillende keren op Ballonnenvrees - ik geloof dat we elk jaar onze favorietjes hebben bij de beginnende dichters - en heeft het ondertussen tot stadsdichter van Hoogstraten geschopt. Zijn lange intense teksten brengt hij nog steeds op een bezwerende manier. Zo had hij het over uitgeholde dagen, een tollende kamer, erosie, de dood, en creëren uit vernielzucht. Dat laatste komt uit zijn 'evergreen', een tekst die nog lang blijft nazinderen in je hoofd.

Helemaal uit Amsterdam kwam Simon Mulder, al was hij eerder op de dag in Brussel, voor het art nouveau festival. Deze man leeft eigenlijk in de Belle Epoque, een gouden tijdperk voor de poëzie, en ziet eruit alsof hij elk moment Rimbaud kan gaan neerschieten. Hij opende met enkele sonnetten, vrij klassiek maar van onbetwiste kwaliteit, uit het tijdschrift Avantgaerde, waar hij geregeld aan bijdraagt. Erg verfrissend was zijn korte geschiedenis van de filosofie, en met zijn afsluiter 'De Ontsporing', over hoe de Grote Oorlog plots voor de deur van Europa stond, zette hij een indrukwekkende performance neer. Deze man ademt poëzie en we zien hem heel graag terug op onze editie in de bibliotheek van Mechelen, in september.

Maud Vanhauwaert kon er helaas niet bij zijn, maar gelukkig kon Gents stadsdichter op rust David Troch haar vervangen. Hij las eerst de laatste e-mail die hij had ontvangen van zijn laptop voor, om het ijs wat te breken, en bracht vervolgens enkele teksten van zijn zelf verzonnen prozavorm, het honderduit: een tekst van exact 100 woorden. Zo ging het over het fietsaccident dat hij onlangs had, de wedstrijd van de snelste rat, sneeuw en knelpuntberoepen. Akim A.J. Willems mocht het hoofdprogramma afsluiten. Nog voor hij een woord poëzie kon voorlezen werd hij verblind door de spots, waardoor hij van het podiumpje stuikte. Maar daarna gaf hij een praline van een performance, met onder meer zijn zeer genietbare adviesgedicht 'Het Is Nooit Slecht', een gedicht over een verkoolde baby in Pompeï, een gedicht voor het Kinderkankerfonds, eentje over Victor Hugo in ballingschap, en een gedicht dat hij schreef voor een revaliderende bejaarde in het ziekenhuis van Jette. Pakkend.

Na de pauze beet Marte Bernaerts de spits van de open mic af met gedichten over tekenen, vol interessante personificaties en aangrijpende beelden. Maarten Van Camp gooide het over een maatschappelijk geëngageerde boeg, met actuele teksten over Theo Francken, krakers en de LEZ. Dan was er Marjan De Ridder, die stelde dat je alles kan trainen, ook liefdesverdriet. Gust Peeters las nog eens zijn vertaling van 'Sound Of Silence' voor, gevolgd door een nieuw gedicht 'Gisterdag'. Adriana Kobor las een met originele beelden overladen Engelstalige tekst voor. Gert Vanlerberghe sloot de avond af met het dynamische 'Spaarplan'. Bedankt aan iedereen die er was, en Creatief Schrijven en het Felix Pakhuis in het bijzonder!

De volgende data voor Ballonnenvrees zijn 12 april (verjaardagseditie met onder meer Koala, Usi ES en Kevin Amse), 1 mei (Feest van den Boom, Week van de Amateurskunsten), en 2 juni (op nieuwe locatie Washboard Arts & Jazz Café). Tot dan!

Foto's van Gust Peeters volgen!

Literaire tip: Here I Am

$
0
0
Wanneer een schrijver ooit verantwoordelijk was voor een iconische roman, een doodgeknuffeld verhaal, verfilmd en al, die heerst over de hoogste regionen van menig boekenlijstje, dan ligt de lat onnoemelijk hoog, en worden alle opvolgers voortdurend met dat ene meesterwerk vergeleken. Jonathan Safran Foer kennen we van Everything Is Illuminated, en vooral van Extremely Loud and Incredibly Close, het populaire verhaal over Oscar Schell en zijn memorabele queeste doorheen New York. Het prachtige verhaal, de aangename schrijfstijl, de humor, de door vele raadsels aangedreven plot, de intrigerende vormelijke elementen, allemaal dragen ze bij tot het succes van de roman.
Vorig jaar publiceerde de joodse schrijver uit Brooklyn het langverwachte Here I Am. We kijken bijna 600 pagina's lang binnen in het huishouden van de familie Bloch, een joods gezin uit Washington, D.C. Jacobs grootvader, de drie kinderen, hun aftakelende hond Argus, het bezoek van hun verre familie uit Israël, de xenofobe blog van Jacobs vader, en vooral de ontdekking van een tweede mobieltje, zorgen ervoor dat het huwelijk van Jacob en Julia zwaar op de proef wordt gesteld. Ook op geopolitiek vlak valt het ergste te verwachten, wanneer Israël het hoofd moet bieden aan de ergste bedreiging voor hun voortbestaan ooit.

De roman biedt ons niet alleen enkele levenslessen aan, maar laat ons ook binnenkijken in de joodse gemeenschap, de zionistische ideologie, de artificiële wereld waarin tieners wegvluchten wanneer het hen allemaal te veel wordt; dat alles doorspekt met zowel hilarische als ontroerende conversaties tussen de verschillende personages, meeslepende anekdotes en herinneringen, en de rijke innerlijke wereld van de vijf gezinsleden.

Jonathan Safran Foer toont zich een meesterverteller in het hoofdstuk 'The Destruction Of Israel', waarin drie toespraken de lezer tot naar het puntje van zijn stoel duwt. Met de trefzekerheid van een dominospel ontvouwt zich een gevaarlijke escalatie van eeuwenoude spanningen. Aan het woord zijn zowel de eerste minister van Israël als de Ayatollah, die de wereld maar vooral hun eigen volk toespreken, en hen klaarmaken voor de ultieme strijd - toespraken die de religieuze en nationalistische propaganda niet schuwen. De derde monoloog is van Jacobs oudste zoon Sam, die tijdens zijn bar mitzvah alle toehoorders met verstomming slaat. Er gaat een ongelooflijk symbolische kracht uit van dit hoofdstuk, waarin de drie monologen alterneren, en de opbouw ervan is subliem.

Een ander hoofdstuk heet 'The Bible', en is onderdeel van het script waar Jacob al jaren aan werkt, in de hoop er ooit een televisieprogramma van te kunnen maken. Het fragmentarische script is erg waarheidsgetrouw want het gaat duidelijk over Jacobs eigen gezin en problemen, en leidt tot intieme inzichten over de crisis die Jacob verscheurt. Andere favoriete passages zijn de grandioze speech van een jonge rabbi op de begrafenis, het Bijbelverhaal van Abraham en Isaak als metafoor voor de familie Bloch (hineni), Jacob en Tamir die weed roken door een uitgeholde appel en zich hun nachtelijk bezoek aan de dierentuin herinneren, de familie Bloch die zich afvraagt of Spielberg wel is besneden, het wachtwoord 'this2shallpass' dat elk gezinslid voor elke vorm van beveiliging gebruikt, de verwarring rond de lyrics van Nirvana's 'All Apologies', de reïncarnatie van Sams avatar op Other Life, mogelijke praktische oplossingen voor de problematiek rond de eroev, Sams eerste ervaringen met masturbatie, Max' doorgedreven drang om te delen, zowat alle spontane uitlatingen van de jongste zoon Benjy, en de honderden anekdotes, weetjes en wijsheden waarmee de roman is doorspekt en die voortdurend in de langere fragmenten opduiken.

De laatste pagina's volgen we Jacob Bloch en Argus onderweg naar een dierenarts. En na het lezen van de laatste woorden valt het hele gewicht van het verhaal - het oneerlijke (Unfair! Unfair!) verloop van het leven, de pijnlijke levenslessen... - als één blok op de lezer neer. Als de laatste muur van een heilige tempel die vele eeuwen vol geschiedenis heeft weten trotseren maar uiteindelijk geen andere keuze heeft dan neer te stuiken. Het boek laat de lezer verweesd en verloren achter, met als enige keuze zich aan de schrale troost van de aanvaarding vast te klampen: ideaal gezien doen mensen elkaar geen pijn, hoeven we dit allemaal niet te doorstaan, maar we leven in deze wereld. Afscheid hoort erbij. I'm ready.

Een must-read. Sowieso.

Eén Zwaluw

$
0
0
magnoliabloesem, geblindeerde brillen
en ostentatief korte rokjes, groot jolijt
voor dit voorschot op de zomer

alsof niemand wat anders
aan de hand had dan terrasjes bezetten
languit lui in het park, op de kaai
desnoods een balkon
zolang ondubbelzinnig
in verbinding met de pas herwonnen zon

en gekakel en geschater
dat gekraai en dat getater
en truiverbranding, onvermijdelijk
of plassen op winterjassen, voor de échte
de muilen vol schepijs - drie, viér bollen
en barbecues en rollerskates en waterballonnen
infuus met mochito in de baxter

en de winter krijgt de vinger
de paria onder de seizoenen
we etaleren deze aversie
dragen open Hawaiihemden
blote buiken, teensleffers
en is dat een bikinitopje
daar in de verte

de zomer consumeren
en het is nog maar nipt lente
dit is niet meer degusteren
eerder schrokken en volproppen
zonder schrik voor indigestie

snipverkouden onder dons
rillend in een warm bad
maar dat heel klein beetje zon
hebben we toch maar al gehad

Flavours of the month

$
0
0
Do Make Say Think, the legendary post-rockband from Canada, is back, with a song that might have reached perfection, it's definitely the best music I've heard in many months. If I need to select just one song for the past three months, it would be 'Bound and Boundless'. Savour the composion and pay attention to the brilliant details. There are other experimental bands in this list, where the instrumental layers are more important than the vocals (if any vocals at all). Do check Blanck, Fatima Araya, All We Are. Melancholy bands Moon Duo and Cigarettes After Sex have each released a single you will probably cherish for the rest of your life. The Orielles bring you everything you need in rock music. Their single is epic, and these kids are only 18! Then we have Mark Lanegan's comeback, with two songs in the top 10. Don't skip our local talent: Shht, Seizoensklanken, Undskyld, Rumours.
  1.  Do Make Say Think - Bound and Boundless
  2. Blanck - Silent Treatment
  3. Seizoensklanken - NxCHT
  4. The Orielles - Sugar Tastes Like Salt
  5. Mark Lanegan - Nocturne
  6. Moon Duo - Sevens
  7. Thurston Moore - Cease Fire
  8. Glass Animals - Pork Soda
  9. Slowdive - Sugar For the Pill
  10. Mark Lanegan - Beehive
  11. Highly Contrast - Shotgun Mouthwash
  12. Ride - Charm Assault
  13. The Black Angels - Currency
  14. Depeche Mode - Where's the Revolution
  15.  Fatima Yamaha - Araya
  16. All We Are - Burn It All Out
  17. Spinvis - Artis
  18. Tamino - Habibi
  19. Amongster - Trust Yourself To the Water
  20. Shht - Life
  21. Undskyld - City Preacher
  22. Seizoensklanken - Koffie
  23. Rumours - Flames
  24. Cigarettes After Sex - Apocalypse
  25. Delta Crash - Shimmer Of Time
  26. J. Bernardt - Wicked Streets
  27. Mew - 85 Videos
  28. Gorillaz - Saturnz Barz
  29. Body Count - Black Hoodie
  30. Elefant - Mumbo Jumbo

4 jaar Ballonnenvrees: alle artiesten

$
0
0
Vier lange jaren die toch weer voorbij zijn gevlogen. Ballonnenvrees is ontzettend trots op die vier jaar, die 43 edities, en al die artiesten die er hebben gestaan. We hebben ze allemaal opgelijst. Inderdaad. Allemaal. We gaan ervan uit dat we niemand zijn vergeten.

Op 12 april gaan we die vier jaren vieren, vanaf 19u in De Kleine Hedonist. En we hopen van harte dat u mee viert natuurlijk!




Vitalski                 Maud Vanhauwaert      Lize Spit                             Charlotte Van den Broeck
Stoomboot        Julie Cafmeyer                 Jee Kast                              Peter Holvoet-Hanssen
Iris Penning        Martin Beversluis            Didi de Paris                      Christopher Blok
Aafke Bruining  Akim A.J. Willems           Mon                                     Esther Porcelijn
Von Solo             Tom Driesen                     Daan Taks                           Runa Svetlikova
Leen Pil              Martijn Nelen                   Kevin Amse                      Miguel Santos
Dean Bowen     Steven Grietens              Luckie Delacroix               Jakobistan
Ann Kenis           Derrel Niemiejer             Sven de Swerts                Yannick Moyson
Martinus Wolf  Bert Lézy                            Jef Louisa Versmissen   Droge Piet
Jill Marchant      Barbara Breedijk             Amina Belorf                     Jan Ducheyne
Spitler                  Arno Moens                      David Troch                       Cold Open
Joz Knoop           Daan Zeijen                       Marc Tiefenthal               Ulrike Burki
Kobus Carbon   Shari Van Goethem       Anissa Boujdaini              Geert Briers
Schrijnwerk       Hinda                                   Xavier Roelens                 Moya De Feyter
Butsenzeller      Mathieu Charles              Lies Gallez                          Bert Deben
Steven H             Maya Wuytack                 Dominique De Groen    10 op de schaal van Dichter
Stefan Heulot   Manu Moreau                  Gilles Torfs                         Wim Paeshuyse
Joost Hoekaf     Lianne Collignon              Diane Grace                       Gideon Hakker
Marlijn Spee      Olivier Van Noten           Merlijn Huntjens             Lone Wolf
Hersencellen     Robbert Meijntjes          Jolies Heij                           Thomas Goorden
Johanna Pas      Luk Paard                           Dorien De Vylder            Pieter Van De Walle
Daan Janssens  Zoë Croegaert                  Tijdelijke Toon        Fameus op de schaal van Dichter
Siebrand             Salomé Mooij                   Mara Koomson                    Tegen Beter Weten In
Infinite Joy         Iris Wynants                      Teddy Bair                          Mickey Wo
Carl Durant         Simon Mulder                  Esohe Weyden                David Ngya
Tom S.                  Mark Opfer-Ruting         Rik Van Boeck                Martin M. Aart De Jong
Ellen Lanckman   Jelmer Van Lenteren     Michiel Van Opstal   Het Duivelse Duoproject
Gust Peeters     Gert Vanlerberghe         Nabil Khazzaka                 Antistresspoweet
Menno Smit      Eva Balemans                   Bart Van der Harst          Lies Vandenhende
Evy Van Eynde  Wouter Van Peer            Daan Hafkamp                 Rick Baggermans
Frank De Vos     Bert De Meulder             Kempische Mentaliteit Hans F. Marijnissen
Jaimie Brown    De Spoel                             Nicolas Barbaix                 Moyson-in-Spee
Til Roose             Julie Mughunda               Hubert Samson                   Stokely Dichtman
Stane                    Jitse Verschueren           Els Dejonghe                     Jaap Montagne
Kees Van Meel Second Son Sam              Joran Jambé                      Julie Beirens
Omar El Allali     Meliza de Vries               Amarylis De Gryse          Marijke Hooghwinkel
Idris Sevenans  Letterfretter Mike          Sara Eelen                          Burning EGO/Outtavox
Mirke Kist           Laura Van Rossum          Ewout Lehoucq                 Bart Verhoeven
Smaed                 Simpel                                 Ramses Noffels                 Alexandra Oppo
Prins Mysjkin    Klara With Guitar             Silke Vanhoof                   Dichter Bij de Mona Lisa
Kathy Vanhout Arno Braet                         Joris Gielen                        Kaat Van Eijndhoven
Alain Huber        Rotterdamse Keet          Het Bochelprincipe         Tryggve Bauweraerts
John Brains        Laurien                                Karolien Segers             Emke Goijens
Lyonesse            Alois De Beuseleir           Charles Janssens             Saskia Van Kampen
Caroline Smet   Herman De Greve          Nicole Wielandt               Frederik Laurens
Irene Siekman  Marlies Smeenge            Hadjira Hussain Khan     Ruud Van Neerven
Vers Vlees          Marjan De Ridder           Hind Eljadid                       Hanna Desmet
Julian Gypens   Walther Ligtvoet             Samira Saleh                      Sam Hoeck
Frank Manhay  Robin Ramael                   Tineke Lambreghts        Simon Van Den Bergh
Rafa Grinfeld     Frans Vlinderman           Soraya Deborggraeve   Louche Loesje
Tim Van Hoof    Leo Van Koelmondt       Frank Manray                   De Andere Buitenlander
Philip Volckaert  Gerrit Barbé                   Prisoner 639                      Casual Riot
Julia Dobber      Nils Geylen                        De Geest in de Pen        Mariam Hakobyan
Geert Zomer     Robby Blondbaard        Gaby Nachtergaele    Do the Dead Find Us Attractive
Hubert Klaver   Marco Van Dyck              Cyrelle Mertens              Sus Van De Leest
Dampkap            Lynn Van Hoof                 Massimiliano Pintus       Indra De Bruyn
Tom Du Four     Liesbeth Aerts                  Tess Van Deynse             Leen De Graeve
Kem Heyndels  Bart Daems                        Dries Van Doorn              Maike Bretschneider
Grazie                  Adriana Kobor                  Arthur Follebout             Annelies Leysen
Pierre Magis      Katrien Van Tichelen     Johan Noterman             Patrick Van Liefferinge
Kevlar                   Kristien Spooren             Birgit Exelmans                Elske Van Lonkhuizen
Magda Thomas    Tineke Van Onckelen    Olivier Haemhouts         Tsjêbbe Van Damme
Peter de Knegt         Robin de Cnaep           Gorik Verbeken             Nicolas Van Eccelpoel
Hanan Smaisim Dorien Vanlerberghe    Nancy Meelens                 Jonathan Van Limbergen
Drink My Puke  Sander Hobin                    Hans Stockmans              Vincent Van Meerbeeck
Kiki                        Lieve Spooren                  Judit Buysse                      Stappende Stef
Erwt                      Lieve Tilkin                         Geert Michiels                 Deep Focus
Ruben                  Wouter Verrees              Willem Magits                  Kris Pauwels
Robert                 Zena Van den Block       Marte Bernaerts             Maarten Van Camp
Kristien              Nympha Cantrijn

Scheur

$
0
0
de woorden stollen in mijn keel
ik braak ze uit als een geheel
er zwenkt een lichaam
in het midden van het moraalrif
het voorgeborgte van een kreet

nieuwe bergen parasiteren
als dwergen op mijn luchtwegen
kraters in mijn klankkast
geslagen, elke adem astmaromatisch
en een nasmaak van zwavel

het is diep graven voor
wat sporen van verontwaardiging
een geologisch palimpsest
en elke geladen groeiring
ooit de slotsom van een toren + vrije val

versteende razernij
stilleven in het ondergrondse
cryptische kringen waarop

breinen als walnoten breken
een aangedampt raam en
haar schaamte gauw schoon vegen

stilleven in het onderlongste
stil leven om ter langste

tot monden breken
in een onleesbare schreeuw

Ballonnenvrees 12 april 2017

$
0
0
Ballonnenvrees blaast deze week vier kaarsjes uit en naar goede gewoonten vieren we zo'n verjaardagseditie met een zeer sterke line-up. Voor één avond was De Kleine Hedonist het strijdtoneel van een variëteitenshow, met erg uiteenlopende acts.
In een bar die uitpuilde van de ballonnen en ook in steeds hogere mate van het volk mocht dichteres Zoë Croegaert de spits afbijten met haar beklijvende 'Gedicht in W Mineur en enkele poëtische portretten die ze schreef over interessante personen die ze hier en daar tegenkwam. De jonge Mechelse broers Arno Moens en Hidde Moens hadden speciaal voor vanavond een show in elkaar gebokst, die begon met een geagiteerde discussie over hoe je beter kan binnen blijven en over 'de groen' en uitmondde in een dolgedraaid staaltje absurdistische filosofie. Op het einde van deze hilarische en speelse dialoog las Arno nog zijn lange brief aan de wereld af van een papiersnipper, waarna Hidde zijn ultrakorte brief van een groot vel papier af spiekte. Het publiek, dat tijdens de hele set de vorm aannam van een lachband, at uit hun handen.
Uit Sint-Niklaas was er John Brains, met onder meer zijn knappe, haast epische gedicht 'Nieuw Venetië', een klassieker in wording. Vervolgens was het tijd voor muziek, en wel van het fenomeen Tonnie Anders, die in zalmroze kostuumvest en met lang zwart haar het podium van zijn concertdebuut betrad, voor zijn grote meezinger en dikke hit 'Debby'. Los erover en wat hebben wij natuurlijk heel graag. Er werd gretig op de maat in de handen geklapt en zelfs hier en daar meegezongen.
Vervolgens Usi ES, het muzikale alter ego van Esther Weemaes, een zeer getalenteerde muzikant die poppy pianomuziek mengt met experimentele elektronica, en daarmee een frisse en intrigerende sound creëert. Met knappe songs zoals 'The Bubble', waar Dijf Sanders nog aan meewerkte, wist ze menig hart te veroveren, vlak voor de eerste pauze, die we na zoveel indrukken en overweldigend talent wel hadden verdiend.
Na de pauze bracht Gents slampioen Kevin Amse een bezwerende try-out van een nieuwe poëzieshow. Hij begon met nieuwe teksten en greep steeds meer naar de klassiekers in het verloop van zijn set. Openen deed hij met enkele 'toffe slogans' die hij had bedacht, daarna was het een kwartier lang maatschappijkritische teksten spuien op hoog niveau, met de energie van een bokswedstrijd. Ondertussen kennen we allemaal zijn aangrijpende brief aan Hilde Crevits, over discalculie en schoolkinderen die niet kunnen volgen, en de rake tekst waarin hij het metafoor van boeken op ingenieuze manier exploreert. Amse is helemaal klaar voor de voorrondes van het Belgisch Kampioenschap. Weet dat u een geduchte tegenstander in hem zult vinden.
Drie jaar lang heeft de Antwerpse trip-hopband Koala niet meer opgetreden. Dat is lang en dat mocht niet blijven duren. Op 4 jaar Ballonnenvrees gaven zij hun allereerste try-out in een bijna gloednieuwe bezetting. Enkel Carlos Dyckmans en Marieke Lightband kent u nog van met hun vorige plaat Tall Machines. Bij deze try-out lieten de eucalyptus vretende trippers bas (Kico) en drums (Omar) nog even thuis. Ook ging het begin van het concert haast onvermijdelijk gepaard met wat technische problemen, maar door gewoon opnieuw te beginnen kwam de sfeer er langzaam maar zeker in. De eerste song 'The Waves', over druggebruik, was nog maar twee weken oud, en had naast Carlos en Gert ook Suheir Abdul Rasol aan de zang. Marieke Lightband en Benjamin Deboeure verschenen pas bij de überklassieker 'Dead End'. Ook in de rest van de set werd oud en nieuw werk vlotjes afgewisseld, en zoals gewoonlijk kwam een heel repertoire aan muziekgenres aan bod, van trip-hop en funk over techno en dubstep naar reggae en rock. Een van de hoogtepunten was de zeer gesmaakte Psy'Aviah versie van 'Kick Out', een nummer op Tall Machines, met Marieke aan de zang en spoken word door Gert. Het kreeg De Kleine Hedonist nét niet aan het dansen. Een magisch momentje was de ballade 'The Future Of Society', van hetzelfde album, met enkel Carlos en Marieke op het podium, waarna Benjamin nog eens terugkwam voor een stomend potje drum'n'bass meets Limp Bizkit, met als motto 'alles kapot'. Ondanks de technische puinhoop in het begin een meer dan verdienstelijke try-out met een band die er duidelijk heel veel zin in had!
We sloten de avond af met de eerste Belgische vertoning van Von Solo's tweede kortfilm The Adventures Of Gershard Coxxx, Rotterdam Porn Poet, een hilarische en ingenieuze kortfilm die er op alle vlakken los over gaat en waar de man meer dan een jaar aan heeft gewerkt. Het is de opvolger van Dood Aan de Powezie! en de cast, vol ontregelde dichters, is haast dezelfde. De glansrol van Gershard Coxxx wordt gespeeld door Youri Verschuren, en verder herkende u wellicht heel wat Nederlandse en Belgische dichters die wel eens op ons podium staan: Von Solo zelf, wijlen Derrel Niemeijer, Yannick Moyson, Robbert Meijntjes, Gert Vanlerberghe, Miguel Santos, Kobus Carbon, Sven de Swerts, noem maar op. Porno én poëzie in één cultfilm. Het kan.
Na een bijzonder fijne avond met veel publiek en veel volk kunnen wij alleen maar concluderen dat jullie werkelijk fantastisch zijn! Wat een sfeer, wat een drang naar meer. Dat krijgt u tijdens de Week van de Amateurskunsten (WAK) op 1 mei op Feest van den Boom in 't Werkhuys, en verder nog op 2 juni in het Washboard Art & Jazz Café, dan doen we nog eens mét open mic. Vanaf september kruipt Ballonnenvrees dan weer uit haar zomerslaap om nog enkele keren in Antwerpen en Mechelen toe te slaan. U bent bij deze gewaarschuwd.

Foto's: Lisa Deckers en Gust Peeters

Literaire tip: La guerra del fin del mundo

$
0
0
De 81-jarige schrijver, Nobelprijswinnaar en voormalig presidentskandidaat Mario Vargas Llosa heeft tijdens zijn lange carrière bibliotheken bij elkaar geschreven, vooral romans met een sterke maatschappelijke inslag, waarbij vooral het thema geweld blijft terugkeren. Zijn achtste roman is wellicht zijn bekendste, de in 1981 verschenen klepper La guerra del fin del mundo, in het Nederlands De Oorlog van het Einde van de Wereld. Deze roman gaat voor het eerst niet over zijn geboorteland Peru, maar over Brazilië, en geeft een eigenzinnig relaas van de Oorlog van Canudos, een bloederige burgeroorlog aan het einde van de 19e eeuw.

In volle economische crisis duikt in het platteland van de provincie Bahia de charismatische Antonio Conseiero op, 'de Raadgever', die in de stijl van een soort van Messias de interesse van de arme boeren en verstotelingen wekt met praatjes over een nakende apocalyps. Hij laat zijn volgelingen de stad Canudos bouwen, pal op het eigendom van een grootgrondbezitter. De stad weetdrie door de jonge republiek Brazilië georganiseerde militaire expedities te trotseren, allemaal met als opdracht dat bolwerk van geradicaliseerde opstandelingen met de grond gelijk te maken. De oorlog tussen de moderne republiek en het geloofsfanatisme wordt steeds gruwelijker en ontspoort in een waanzinnige spiraal van geweld met vele duizenden doden.

We zijn getuige van heel wat verhaallijnen en maken kennis met een waaier aan personages, die allemaal volgens hun eigen drijfveer handelen en worden opgezogen in de escalatie van deze allesverwoestende clash tussen Verlichting en Moderniteit enerzijds en religieus traditionalisme en extremisme anderzijds. En die strijd is helaas nog steeds zeer herkenbaar voor wie deze 700 pagina's tellende roman van epische proporties aandurft. Dat maakt Mario Vargas Llosa's meesterwerk na bijna veertig jaar nog steeds brandend actueel. Denk maar aan de Islamitische Staat, wiens slinkende grondgebied vaag aan Canudos herinnert. Zo wordt de jarenlange vuile oorlog in Syrië, met heel wat spelers met conflicterende belangen steeds meer de oorlog van het einde van de wereld, een oorlog die voor eens en altijd moest worden uitgevochten, met duizenden slachtoffers en een steeds minder veilige wereld als gevolg.

Week-end en Hauts-de-France

$
0
0
Week-end en Hauts-de-France

Wanneer de druk in eigen stad te groot wordt, bieden treinreisjes doorheen Frankrijk zich aan. Rijsel is dan de poort naar het uitgestrekte noorden van het land. Ik ben er al vaak geweest voor een daguitstap of op doorreis, en heb nu een uur om me nog eens in het vertrouwde centrum op zakformaat te wentelen. De typisch Franse (en toch ook weer Vlaamse) straatjes die wemelen van de bars en bakkerijen, de art nouveau, de opera, de dikke klokkenluider, het oorlogsmonument 'Aux Lillois', de binnenplaats van de prachtige oude beurs, de gevel van la Voix du Nord, de vele kerken, zeer aangenaam allemaal. Aan het fiere slanke belfort van de Kamer van Koophandel vragen studenten van Aken of ik in de camera iets over Europa wil zeggen.
Een trein voert me dieper het land in, langs de belforten van Dowaai, Arras en Albert, stuk voor stuk trots kunstwerkjes, door bloeiende velden en roestige getuigen van de mijnbouw (denk Germinal van Emile Zola). Mijn bestemming is Amiens, de hoofdstad van Picardië. Hier was ik bijna tien jaar geleden voor het eerst en laatst, en vooral de rijkelijk versierde kathedraal is mij altijd bijgebleven: de vele beelden, de twee geveltorens en de hoge torenspits (flèche in het Frans) van een van de mooiste gotische kathedralen ter wereld, en het grootste gotische bouwwerk van Frankrijk. Het geheel is een feest van steunbogen, torentjes, roosvensters, zuilen, waterspuwers, en dus honderden en nog eens honderden beelden van heiligen, apostelen, martelaars, dieren, monsters en andere figuren, een bijbel in 3D. De asymmetrie van de voorgevel is haast aandoenlijk en presenteert zich als een harmonisch geheel. Het interieur van dit 13e-eeuwse godshuis is zeker de moeite, vooral dan het altaar en het koor, een subliem meesterwerk van hout en bas-reliëfs, die verschillende passages uit de bijbel illustreren.
Ik beklim een smalle spiraaltrap in de zuidelijke toren, ter hoogte van het gigantische roosvenster. Monsterlijke waterspuwers kijken uit over de bruinrode stad en de vele velden en fabrieken van Picardië. Ook de massieve donjontoren met koepel van het belfort herken ik nog. Het is nog iets verder klimmen tot bovenin de 66 m hoge noordelijke toren, je wordt er wat duizelig van en gaat ervan draaien. En dan die majestueuze torenspits op het transept, die tot op 112 m hoogte de lucht doorklieft. Op het plein voor de Notre-Dame wordt er campagne gevoerd voor presidentskandidaat Emmanuel Macron. Een jong team deelt rode, witte en blauwe heliumballonnen uit aan kinderen. Wanneer ik hen om meer uitleg vraag, krijg ik te horen dat Macron de volgende president van de Franse republiek wordt, daar zijn ze van overtuigd. On verra. Van op de noordelijke toren zie ik hoe alle ballonnen tegelijk de lucht in worden gegooid. Overal blauw, wit, rood. Volgende week is het de eerste ronde van de verkiezingen en de inzet is hoog. Zal Frankrijk voor een extreem-rechtse president kiezen, de populaire xenofoob Marine Le Pen, van het Front National, of wordt er vooral centrum gestemd? Welke linkse en centrumpartijen zijn nog geloofwaardig genoeg om het gevaar Le Pen af te slaan?
Tussen het belfort en het stadhuis ligt de moderne markthal, een overdekte versmarkt zoals er zoveel in Europa zijn, maar blijkbaar niet in België? Interessant zij natuurlijk de vele kazen. On est en France, quand même! Ik eet mijn heerlijke pont-l'évêque met traditioneel Frans brood aan het stadhuis, op de trappen waarvan net een trouwfoto wordt genomen. Amiens is een visueel aantrekkelijk stadje met levendige pleinen, fonteintjes, bars met volle terrasjes... Overal zie je enorme foto's van de Eerste Wereldoorlog, en hier en daar hangen zelfs gedichten! In de rue des Sergents, onderweg naar de Eglise Saint-Leu, staat het fraaie Horloge Dewailly. De Somme stroomt bescheiden door het rustige Quartier Saint-Leu. De vele vakwerkhuisjes met geschilderde luikjes in de rue d'Engoulvent, de rue Motte en op de quai Bélu, de bruggetjes over de rivier, de witte bloesem in de bomen, de treurwilgen... het vormt een pittoresk plaatje. In de Somme draagt het standbeeld van een rechtop staande man een gele trui met de boodschap: 'Emmanuel Macron président'. In het parc Saint Pierre is het tot rust komen in een groene omgeving. Mijn wandeling langs het water eindigt bij een oude watermolen.
Na een goede nachtrust is het Pasen en verlaat ik de stad van Jules Verne in westelijke richting, stroomafwaarts langs de Somme. Het eerste wat ik zie wanneer ik het treinstation van Abbeville verlaat, is een café waar maandelijks slam- en poëzieavonden worden gehouden. Mooi zo. Overal in het centrum hangen feestelijke vlaggetjes. In de robuuste Collégiale Saint-Vulfran, eveneens gotisch, wordt vrolijk gezongen tijdens een bomvolle mis, iedereen op zijn paasbest. Ze zijn hier trots op hun vogels, zoveel is duidelijk. Er is zelfs een Festival de l'Oiseau, en in de hele stad hangen kleurrijke foto's van onze gevederde vrienden. Het 13e-eeuwse belfort is een van de oudste van Frankrijk, een nogal forse, niet al te hoge toren, in vergelijking met die van pakweg Arras of Calais. Iets verderop staat het knappe witte monument ter ere van admiraal Courbet. Op een steenworp van het centrum ligt een uitgestrekt natuurgebied met vijvers en bossen, en een rijke vogelpopulatie. Tijdens een aangename wandeling spot ik wilde eend (met ultraschattige kuikentjes), meerkoet, waterhoen, brilduiker, fuut, aalscholver, blauwe reiger, zilverreiger, torenvalk... Geen slechte vangst.
Ik neem een trein naar Boulogne-sur-Mer, aan het Kanaal, de felbegeerde oversteekplaats naar Engeland voor de vluchtelingen die in het kamp vlakbij Calais zijn gestrand, dat onlangs in vlammen is opgegaan. Ze hadden al niets, en nu zelfs dat niet meer. Enkele jaren geleden was ik al in Boulogne, ook op een zondag, geloof ik. Mijn wandeling langs het belfort en op de muren van de versterkte binnenstad herinner ik me nog alsof het gisteren was. De zee, de hoge rotsen, de grote koepel van de kathedraal, de charmante straatjes van het historische centrum... Boulogne heeft zo haar troeven. Het tuintje voor het stadhuis is zo'n weelde aan bloemen dat je er spontaan vrolijk van wordt. Het is Amerikaans weekend in Boulogne. Overal stars and stripes, cowboyhoeden, Johnny Cash door de boxen, er is zelfs een rodeo. Van bovenop de stadsmuur heb ik een goed zicht over de rest van de stad, met in de verte Napoleon Bonaparte hoog op zijn zuil, en nog verder de zee en het vermoeden van Engeland aan de horizon.

Terug naar Lille-Flandres, helaas niet via Calais (ik had graag dat prachtige belfort nog eens gezien), maar wel met andere interessante haltes in de regio Hauts-de-France (de samenvoeging van Nord-Pas de Calais en Picardië). Montreuil-sur-Mer is bekend voor wie Victor Hugo's Les Misérables heeft gelezen. Het is het stadje waar Jean Valjean Fantines dochtertje Cosette gaat zoeken. In een dorp bij Hesdin gaat een meisje de passerende trein te lijf met een waterpistool, vanuit de loopgraaf van haar achtertuin. En Béthune heeft nog een belfort om aan de lange lijst toe te voegen. Verder is de treinrit wat saai en even lang als ik me ze herinnerde. Het is dan ook avond wanneer de trein Rijsel binnenrijdt.
Ik slenter nog wat door de stad tot aan de Porte de Paris en het rode bakstenen belfort van het stadhuis, het hoogste van Europa, en via het Hôtel de la Préfecture du Nord op het place de la République terug naar de omgeving van het belfort van de Kamer van Koophandel. Ik kies een hotel aan de Eglise Saint-Maurice, die met de hoge spitse toren, zodat er altijd een pijl naar mijn bed wijst. 's Avonds zijn de schaars verlichte straatjes nog gezelliger. Aangezien maandagmorgen het weer niet al te best is, besluit ik toch maar niet naar Vaubans citadel met de kleine dierentuin te gaan. Dan maar wat uitbollen in de 'futuristische' wijk, die wat aan La Défense doet denken, met het parc Matisse, de Zénith, het winkelcentrum Eurolille en de werven van andere gedurfde projecten. Frankrijk, het was te lang geleden (bijna drie jaar!), laat ik de volgende keer niet meer zo lang wachten. A bientôt!

Ballonnenvrees 1 mei 2017

$
0
0

Naar jaarlijkse traditie organiseerde 't Werkhuys hun Feest van den Boom op 1 mei. De opkomst voor dit spektakel was weer groot, en vooral Tine Joris''Le Moment Suprême', in de grote zaal, trok heel wat publiek. Hierbij kwamen verschillende kunstvormen aan bod: koor, tapdans, circus, improcomedy, kortfilm, buikdans, en weet ik wat nog allemaal. Het thema was wachten en dat was exact wat het publiek verzocht werd te doen. De grote zaal van 't Werkhuys was dus één grote wachtkamer, maar gelukkig waren er heel wat artiesten om het wachten te verzachten. Ook Ballonnenvrees was van de partij, en de drie 'wachtgedichten' van Marjan De Ridder, Gert Vanlerberghe en Ulrike Burki werden op luid applaus onthaald.

Tussen de twee voorstellingen van 'Le Moment Suprême' in hield Ballonnenvrees een toonmoment in het gezellige Literaire Salon, naast de expositieruimte waar Serge Baeken live naaktmodellensessies hield. Op het programma stonden straffe poëzie-optredens van Marjan De Ridder, Ulrike Burki, Sven de Swerts en als slot ook jeugdschrijfster Hilde Van Cauteren, die ons een 'oneerlijke literaire tombola' voorschotelde. De prijzen waren een schilderspalet, een paraplu en een appel, en bij elke prijs hoorde een knap gedicht. Zeer geestig en spitsvondig allemaal!
Na de tweede voorstelling van Tine Joris en haar trouwe 'wachtartiesten' sloten we het feest af met een heerlijk live-optreden van de Antwerpse band Dynamo Zjosss! Feestelijke balkandeuntjes vulden al gauw het gezellige binnenplein. Er werd wild gedanst rond de met papieren vogeltjes en fleurige bloempotten versierde boom. Zelfs de polonaise werd niet geschuwd.
Dit alles werd mee gestuurd door de Week van de Amateurskunsten, een initiatief van Fameus. Tijdens het toonmoment van Ballonnenvrees in het Literaire Salon droeg presentator Gert de WAK-vlag als een soort van cape, en werd zo tot Wakman gekroond. 's Avonds werd, ook in het teken van de WAK, op You On Stage in de Kavka de nieuwe EP van de Gentse band Okkupeerder voorgesteld. Zo van die drukke dagen dus. Zo mogen er meer zijn!

De volgende editie van Ballonnenvrees is de laatste voor de zomerstop. Op 2 juni stelt Jakobistan zijn EP voor in het Washboard Art & Jazz Café. Er komen nog muzikanten, en ook dichters natuurlijk, en we sluiten de avond af met de traditionele open mic. Graag tot dan!

Foto's: Gust Peeters (meer foto's volgen)
Viewing all 928 articles
Browse latest View live